Toeval bij Machiavelli

Een van de beroemdste lesboeken voor leiders is De Heerser van Machiavelli. Het staat vol adviezen hoe de leider aan de macht moet komen, die moet vergroten en uitbouwen. Tot op de dag van vandaag wordt er over deze ‘handleiding’ gediscussieerd nog steeds over het ethische gehalte, of liever de afwezigheid ervanWat als botte pech je treft?


Virtú

Toch spin ik een andere draad dan die van de machtstechnieken of de moraal. Het belangrijke tweede thema van Machiavelli gaat over het toeval dat je in negatieve zin parten speelt en hoe je je daartegen dient te keren. Daar is vooral virtú, wilskracht voor nodig. Maar niet alleen dat: ook preventie kan het lot temmen.

Van oudsher is Vrouwe Fortuna hét zinnebeeld van geluk én pech. Zij draait aan haar rad en machthebber stijgen naar de top en kukelen er weer af. Grilligheid is het trefwoord.

Maar met geestkracht én preventie kun je de maalstroom kanaliseren, aldus Machiavelli. Wie niets doet wordt meegesleurd.

Machiavelli kent nog een andere vorm van toeval: de gelegenheid die zich voordoet. Soms gebeuren er dingen waar je je voordeel mee kan doen. De tegenstanders maken een fout, de vijanden aarzelen, het is mooi weer. Onvoorspelbare gebeurtenissen die de leider op winst kan zetten.

Kairos

Hiervoor hadden de Grieken een godheid: Kairos. De jonge god van de gelegenheid. Hij had haar van voren en was kaal van achteren. Als deze op je af kwam moest je hem direct bij de haren grijpen. Was je te laat dan had je geen grip meer.

De les van Machiavelli

De les is helder. Leiders krijgen te maken met de grilligheid van het lot: zo ben je boven, zo weer beneden. Hiermee omgaan met zowel met de wispelturige Vrouwe Fortuna als met de welgezinde god Kairos die gul is met kansen, dat is waarover Machiavelli óók schrijft in zijn lesboek voor leiders.

Reageren met geduld, wilskracht, preventiemaatregelen treffen en een oog hebben voor de kansen die zich voordoen: dat is het verschil tussen goede en slechte leiders.