De grondlegger van de elitevorming

Hij is veel minder bekend dan zijn tijdgenoot Plato en toch had hij een grotere invloed op de elitevorming dan welke klassieke filosoof ook1. Pas bij Machiavelli zou zijn onderwijsfilosofie voor leiders stranden en ook weer niet2. Hij en zijn rivaal Plato openden ongeveer tegelijk in Athene hun eigen scholen. Ik heb het over Isocrates (436-338), de grondlegger van de elitevorming.

Isocrates, opleider van de elite

Hij is oud geworden, 98 jaar, leefde van 436 – 338 v.Chr. en was tot op hoge leeftijd actief met lesgeven en schrijven. Met doceren stopte hij op zijn 85e en met de dood kwam pas een einde aan zijn schrijfwerk.

De man kwam uit een rijke Atheense familie, die evenwel alle rijkdom verloor in de Peloponnesische oorlog. Hij studeerde retorica bij verschillende docenten en stichtte zijn eigen school voor filosofisch onderricht.

De traditie zegt dat hij ongeveer honderd studenten zou hebben gevormd waarvan een flink aantal op hoge posities terechtkwam. Daarnaast gaf hij politieke instructie en advies aan vorsten in de Grieks sprekende wereld3.

Isocrates meed de openbaarheid en hield geen publieke redevoeringen omdat hij zichzelf daarvoor niet geschikt vond. Daarbij kwam dat hij het geschreven woord hoger achtte dan het gesproken woord. Zijn redes moesten vooral gelezen, bestudeerd en besproken worden, vond hij. Zijn lessen en opvattingen vielen in de smaak en hij werd een van de rijkste Atheners van zijn tijd.

Zijn werken

Tegenwoordig worden zo’n dertig werken aan Isocrates toegeschreven4. Twee derde bestaat uit uitgeschreven redevoeringen en een derde uit brieven. Tezamen geven zij een beeld van hoe Isocrates dacht over het hoe en waarom van het trainen van leiders.

Een deel van zijn werk is relatief recent in prachtig Nederlands vertaald door de classicus Jeroen Bons5. Als zijn gebeeldhouwde Nederlands een weerspiegeling is van het Grieks, dan kan men niet anders concluderen dan dat Isocrates een geweldig schrijver was.

Een van de beroemdste werken van Iscorates was zijn rede Aan Nicocles die hij in 374 schreef. Hierin moedigde hij de jonge vorst Nicocles van de stadstaat Salamis (Cyprus) aan de wetten te gehoorzamen, mild en gematigd te zijn en weloverwogen te regeren. Hij moet niet slordig zijn of lui maar bedachtzaam. Dat komt niet vanzelf aangewaaid maar moet getraind worden. Onderwijs is belangrijk, prentte Iscorates Nicocles in. Het komt de natuur van de mens ten goede.

In zijn vermaning aan de jonge vorst biedt hij een een kaleisdocoop aan adviezen en vermaningen. Om er een aantal te noemen: vorsten moeten goed voor hun onderdanen zorgen; zijn vrienden en raadsheren goed uitkiezen. Want, zo schrijft hij, die praten je niet naar de mond en spreken je tegen als dat nodig is. Je moet ze dan ook een license to speak geven.

Wanneer hij conflicten beslecht, drukt Isocrates Nicocles op het hart, moet hij de zaak van alle kanten bekijken en vriendjespolitiek verre van zich houden. Ook moet hij niet steeds zijn mening over rechtvaardigheid wijzigen. De rechtspraak en het beleid gedijen niet bij windvanen. De meest gebruikte vermaning in de leiderschapsliteratuur ontbreekt niet: een goede leider beheerst zijn driften.

Beheers jezelf, zoals je over je burgers heerst, en beschouw het als bewijs van waar koningschap wanneer je niet de slaaf bent van je driften, en je zelfbeheersing groter is dan je macht over je burgers6.

Wanneer de vorst al zijn adviezen ter harte neemt gaat het goed met stad, sterker, dan komt die tot perfectie.

Weloverwogen spreken

Bij Isocrates is het weloverwogen spreken de sleutelvaardigheid van de goede leider. Dat hij er zo’n belang aan hechtte vloeit voort uit zijn opvattingen over de natuur van de mens, de gemeenschap, denken en kennis.

Ons mensen is het vermogen aangeboren om te spreken en te denken, en ons bewust te worden van onze wil, waardoor we niet leven als de wilde dieren; we hebben gemeenschapen gesticht, wetten vastgelegd en kunsten en wetenschap vormgegeven. Bijna al onze uitvindingen en preataties zijn dankzij de gave van het woord tot stand gekomen7.

Het wezen van de mens is zijn vermogen tot spreken. Dat maakt ons volgens Isocrates anders dan de dieren. We kunnen ons uitdrukken, elkaar overtuigen, zeggen wat we willen, onderwijzen en intelligentie ontdekken. Daarom kunnen we steden maken, wetten formuleren en hebben we ambachten en doen we uitvindingen. Het spreken maakt de verbetering van onszelf en onze gemeenschappen mogelijk.

Zonder spreken geen denken.

Spreken toont de kwaliteit van de geest of in zijn eigen woorden: ‘We beschouwen het vermogen om goed te kunnen spreken als het beste bewijs van een goed werkend verstand8‘.

Heel vreemd is dat verband tussen spreken en denken niet. Wie iets moeilijks onder woorden probeert te brengen kan dat niet zonder nadenken, of dat nu zijn beslag krijgt in een redevoering of in een artikel of boek. Pas door te spreken en te schrijven ga je nadenken. Dat is de volgorde en niet andersom.

We noemen mensen, die in staat zijn om voor een grote groep te spreken welsprekend, en houden degenen, die hun innerlijke afwegingen het best kunnen verwoorden, voor verstandig en wijs9.

Kennis of mening

Tot welke hoogten kan de mens al sprekend met zijn denken komen? Komt hij tot ware kennis of blijft het bij weloverwogen meningen. Isocrates is daar bescheiden in. Hij stelt dat het menselijk kenvermogen van nature haar grenzen heeft. Het is de mens niet gegeven ‘om op basis van exacte kennis te bepalen welke handeling of welke bewoording de juiste is10‘.

Toch kan de mens tot betere meningen komen mits hij van zijn ervaringen gebruik maakt en blijft studeren. Het verleden is een goede leermeester voor het heden én de toekomst.

Kairos of het juiste moment

Onderdeel van de welbespraaktheid is om op het juiste moment het juiste woord, het juiste voorbeeld, de juiste opbouw te gebruiken. Het luistert allemaal erg nauw en van tevoren is niet alles te plannen, aldus Isocrates.

Weet wanneer je wat moet zeggen of doen, dan voorkom je uitglijders. Het juiste moment, daar gaat het om; het moment missen is minder bezwaarlijk dan het niet zien11.

Je zult moeten inspelen op de gelegenheden die zich voordoen en daar je voordeel mee doen. Het begrip dat de Grieken hiervoor hadden was kairos en kan vertaald worden met het juiste moment. Het is geen objectief gegeven, zoals de klokkentijd, waarvoor de Grieken de term chronos hadden. Kansen vragen om een waarnemer die ze ziet én er wat mee doet12.

Oordeelsvermogen

Wat de lerende mens moet ontwikkelen is dus een goed oordeelsvermogen, dat in staat is kansen te zien én om verschillende soorten informatie te vinden, op elkaar te betrekken en te beoordelen. Dan kunnen er weloverwogen besluiten worden genomen en goed gehandeld.13

Wie zo’n goed ontwikkeld oordeelsvermogen heeft noemde Isocrates wijs, wie dat vermogen met gerichte studies ontwikkelt filosoof14. Het maakte het verschil tussen goede en slechte leiders.

Wie de ontwikkeling van zijn verstand verwaarloost ontzegt zich de mogelijkheid verstandiger te handelen dan anderen en dus op een beter leven.15.

Politieke doctrine

Uit wat Isocrates als de natuur van de mens en zijn politieke gemeenschappen zag leidde hij af hoe de elitevorming eruit moest zien. Hij was de eerste die met zoiets kwam16. Men kan het geheel van uitspraken over de natuur van de mens, de politiek, de ideale inrichting van de staat, de economie een politieke doctrine noemen. Bij Isocrates ging het om de potentie van de stadsstaat werkelijkheid te maken met behulp van het weloverwogen spreken.

‘Ik denk dat heersers de misère van een stad moeten stoppen, de welvaart in stand houden en deze groot maken als deze klein is.17‘ Hij schreef dit in zijn rede Nicocles, een andere rede dan die we net tegenkwamen en gericht was aan Nicocles. In deze liet hij de jonge vorst gefingeerd zelf aan het woord.

In de loop van de tijd zou Isocrates zijn cirkel van betrokkenheid steeds groter maken. Uiteindelijk ging het om het welzijn van de gehele Griekse wereld en niet langer meer om een afzonderlijke stadsstaat. Ook de geografische aanduiding zou verdwijnen. Zijn politieke doctrine betrof iedereen die zich vereenzelvigde met de Helleense cultuur.

‘Helleens’ is niet langer de aanduidinhg voor een gemeenschap van mensen, maar voor een manier van denken; wie zich tooit met de naam Helleen benoemt zijn verwantschap, en vereenzelvigt zich met onze cultuur.18

Wel moest die Helleense cultuur natuurlijk onder leiding staan van een stad die alles had uitgevonden: Athene. Zo’n chauvinist was Isocrates ook wel weer. Daar leiding aangeven, daartoe moesten de jonge mannen van de betere stand worden opgeleid19.

Vorming van leiders

Onderwijs aan de toekomstige elite was onvermijdelijk. Het moest goed georganiseerd worden, volgens een leerplan worden uitgevoerd met capabele docenten. Met geldbeluste charlatans moest men niet in zee gaan.

Stellig realiseert u zich dat onze jeugd in de toekomst onze stad moet leiden. Maar beseft u ook hoe belangrijk filosofie is voor de opleiding van onze jeugd en voor het toekomstige wel en wee van onze stad? En dat we het onderwijs niet handen moeten geven van overzoldigde oplichters, wier geldschieters mogen bepalen wat goed is? De vorming van onze jeugd is niet te koop, want een zaak van ons allen20.

Kopstudie

Jongvolwassenen die bij Isocrates in de leer gingen volgden drie tot vier jaar les bij hem in de welsprekendheid. Hij had zijn school bij het Lyceum in Athene waar Aristoteles later ook les zou geven. Iedereen die wilde werd toegelaten als je maar betaalde. Zijn rivaal Plato daarentegen had voor zijn Academie wiskundige toelatingseisen. Had je daar geen kaas van gegeten moest je wegblijven.

Zijn leergang was een kopstudie. In de jaren ervoor moesten zijn studenten al les gehad hebben in de talige vakken, zoals grammatica en literatuur én in de exacte, zoals wiskunde, sterrenkunde en muziek. Isocrates zag deze vakken als een voorbereiding op het hoogste onderwijs: de welsprekendheid. Zij waren bedoeld om het verstand te trainen en aan te scherpen. Hij maakte een onderscheid tussen de talige en de wiskundige vakken. Later zouden die twee clusters het label trivium (voor de talige vakken) quadrivium (voor de exacte vakken) krijgen en opgenomen worden in wat de artes liberales zou gaan heten. Maar niet nog bij Isocrates.

Kort door de bocht gezegd, hij beschreef summier het hele curriculum voor wat we nu ‘initieel onderwijs’ zouden noemen… voor de bestuurlijke elite.

Hij leidde zijn studenten op om redevoeringen te maken over serieuze, politieke onderwerpen. Niemendalletjes voor in rechtbanken of praatjes voor de vaak waren niet zijn cup of tea.

Zijn didactiek was niet ingewikkeld. Hij besprak in zijn lessen teksten, meestal die van hemzelf, en liet zijn studenten erover discussiëren. Op die manier waren de dieper liggende gedachten die waren verwoord te doorgronden21. Ook gaf hij ze voorbeelden uit de literatuur die ze moesten bestuderen en nabootsen. Hiermee startte hij een lange traditie in de klassieke opleiding van de elite: kijken en imiteren22. De leergang ‘welsprekendheid’ was vooral praktisch.

De geschiedenis is een bron van kennis, maar wat een vorst moet leren, leert hij het best in de praktijk, voorbereid zijn en doortastend in wat zich voordoet. Bestudeer de levens van mensen en vorsten, hun successen en tegenslagen: wat de geschiedenis je leert is bruikbaar voor de toekomst.23

Zijn lessen gaf hij in kleine groepjes van gemiddeld vijf studenten, soms tot negen, maar meer ook niet. Deze hadden een intieme sfeer met intensieve begeleiding door de meester zelf.

Afstand tot sofisten

Isocrates zette zijn retoricaonderwijs dus expliciet in een politiek-morele context. Hij zette zich dan ook af tegen sofisten, andere leraren in de retorica, die zich alleen maar verloren ‘in doldwaze redeneringen over doldwaze onderwerpen’. Zijn studenten moesten worden voorbereid op een wijs bestuur van de stad en de samenleving 24.

De sofisten hebben deugdzaamheid en een geslaagd leven in de aanbieding voor bijna niets—en gewiekst als ze zijn gaan ze er bovendien prat op dat ze dat iedereen kunnen leren. Natuurlijk beweren ze dat ze het niet voor het geld doen, en doen ze rijkdom af als ‘muntjes van zilver en goud’; en voor een fooi als honorarium beloven ze hun studenten zowat alles, nog net niet het eeuwige leven25.

Afstand tot Plato

Isocrates nam ook afstand van Plato. Diens kennisidealen hadden zijns inziens te veel pretentie wat Isocrates afwees. Volgens Plato diende het hoger onderwijs te leiden tot een elite die in staat zou zijn de waarheid te vinden, die voor iedereen en voor altijd geldt, of het nu om de fysieke of de ethische werkelijkheid ging.

Voor Plato bestond er een absolute en eeuwige waarheid die hij positioneerde in de wereld der ideeën26. Met de juiste opleiding kon je deelgenoot worden van die waarheid. Isocrates wees deze absolute waarheid af: de wereld is te complex en de menselijke kenvermogens zijn te beperkt .

Het leiderschapsprogramma van Plato had als doel dat de leider, zijn koning-filosoof, deze absolute, eeuwige waarheden leerde kennen. Isocrates daarentegen richtte zich op het ontwikkelen van het oordeelsvermogen van de leiders in het hier en nu27.

Doorwerking

Isocrates zou met zijn retorisch-politieke scholing populair blijven in de Oudheid, indirect in de Middeleeuwen en weer rechtstreeks in de Renaissance. In onze tijd wordt zijn invloed opnieuw herkend.

Hij had een grote invloed op Cicero en via deze laatste op Quintilianus. In hun handboeken over retorica is hij steeds aanwezig. Ook liep er een spoor via het werk van Plutarchus naar de Renaissance28.

Zijn eigen werk kwam pas weer in West-Europa beschikbaar met de vlucht van Byzantijnse geleerden voor de Turkse dreiging. Zij namen allerlei manuscripten mee, waaronder werken van Isocrates. De eerste gedrukte versie van Isocrates in het Grieks verschijnt in 149329.

Niet veel later vertaalde Erasmus Isocrates’ redevoering Aan Nicocles in het Latijn en voegde het bij zijn eigen adviesboek voor de christelijke vorst, dat in 1516 verscheen 30. In Engeland schreef Sir Thomas Elyot (1490-1546) zijn traktaat The Boke named The Governor dat over de vorming van de goede staatsman gaat en geïnspireerd is door Isocrates. In die tijd werd het werk van Isocrates ook in diverse landstalen vertaald, zoals het Engels, Frans en Duits31.

Vier invloeden

Het Nachleben van Isocrates kent vier lijnen.

Zijn invloed strekt zich ten eerste uit tot zijn ideeën over wat er komt kijken bij het vervaardigen van een doordacht betoog: de retorica in engere, instrumentele zin. Welke thema’s snijdt men aan, hoe bouwt men een betoog op, wat zijn geschikte voorbeelden en de juiste woorden?

Ten tweede vonden zijn ideeën over de relatie tussen het goede spreken en het perfectioneren van de gemeenschap weerklank. De goede spreker is tegelijk een goed staatsman én ethisch goed mens, omdat hij laat zien te beschikken over een goed ontwikkeld oordeelsvermogen. Hij weet als geen ander met de toevalligheden van het leven om te gaan: kairos.

Ten derde sprak Isocrates vele generaties aan vanwege zijn ideeën over het structureel inbedden van de elitevorming in de samenleving zoals dat tot op de dag van vandaag nog steeds plaatsvindt. Een samenleving heeft hoger onderwijs nodig om te overleven. De jongste generatie moet worden opgeleid met leerdoelen en leerplannen.

De afleiding van het leiderschapscurriculum uit een politieke doctrine is misschien wel de belangrijkste invloedlijn. Onderwijsfilosofen van nu hebben deze manier van denken uitgewerkt in het zogenaamde DCD-model (Doctrinair Conditional Deduction model)32. Het omvat een afleidingsmechanisme om vanuit een politieke doctrine tot lesplannen, leerboeken en onderwijsvormen te komen. Omgekeerd kan men vanuit concreet lesmateriaal de politieke doctrine reconstrueren.

Men ziet de werking van deze erfenis van Isocrates nog steeds terug in de lesboeken en leerplannen, of het nu gaat om neoliberale, kapitalistische, intersectionele, christelijke, nationaalsocialistische of communistische elitevorming. Maar deze doorwerking verliep niet zonder slag of staat. Eerst moest Machiavelli er nog overheen.

Vastgelopen bij Machiavelli en ook niet

Terwijl Erasmus voortborduurde op het werk van Isocrates zette aan de andere kant van de Alpen een staatsman, die verbannen was naar naar zijn buitenhuis in de omgeving van Florence, de bijl in het belangrijkste idee van Isocrates. Die man was Machiavelli33.

Isocrates poneerde, zoals vermeld, een politieke orde die van nature gegeven was waarin de perfectie al in embryonale vorm aanwezig was. Machiavelli brak daar radicaal mee. Er is geen natuurlijke, te perfectioneren orde, en er is ook geen door God gegeven orde. Het werd hoog tijd dat mensen de wereld gingen zien zoals deze werkelijk was en niet hoe filosofen en geestelijken dachten dat die moest zijn.

Maar aangezien het mijn bedoeling is iets te schrijven dat nuttig is voor wie het begrijpt, vind ik het beter om me te houden aan de feitelijke werkelijkheid van de dingen dan aan de gefingeerde voorstelling ervan. Velen hebben zich namelijk staten en machtsposities voorgesteld die men in werkelijkheid nooit gezien of gekend heeft34.

Machiavelli in De Heerser

Het verweesde individu

Het was geen vrolijk beeld dat Machiavelli schilderde. Wie zijn ogen openhoudt ziet dat alles om macht draait en dat mensen van alles verzinnen om die te behouden en te vergroten. De mens werd van iemand die een plek had in een vooraf gegeven orde iemand met eigen, opportunistische belangen, een overlever die zijn eigen doelen moest gaan bepalen.

Het gevolg is ook dat er geen leiderschapsprogramma’s meer kunnen worden afgeleid uit een politieke doctrine die de ideale gemeenschap beschrijft zoals die door de natuur of door God is gegeven. De leiderschapsvorming raakte verweesd, omdat de mens uit zijn vooraf gegeven orde was verdreven: een tweede verdrijving uit het Paradijs. Hij werd een individu.

Het persoonlijke weeshuis

Het onthechte, verweesde individu kreeg twee nieuwe tehuizen. In het eerste leerde hij om zichzelf als individu te perfectioneren, dat wil zeggen zijn eigen doelen te stellen en zijn doen en laten erop af te stemmen. Succes is een keuze. De zelfhulpboeken voor persoonlijk succes vullen heel wat planken in dit tehuis. De opkomst van persoonlijke coaches is een laat effect van de bom die Machiavelli tot ontploffing bracht in zijn De Heerser.

Het gemeenschapshuis

In het andere tehuis kreeg het geatomiseerde individu troost en beschutting door een nieuwe mantel te naaien. Die mantel was de cultuur. De mens was toch geen geatomiseerd individu, maar maakte deel uit van een cultuur, van een natie, een ras, een klasse. Identiteit bleek een goede prothese te zijn om de door Machiavelli opgeblazen natuurlijke of goddelijke orde te vervangen. Het verweesde individu werd herbestemd.

Post-Machiavellistische elitevorming

Zo ontstonden er toch weer leiderschapsopleidingen die afgeleid waren van politieke doctrines, maar nu gebaseerd op klasse, onderdrukking, nationalisme, racisme en kolonialisme, en niet meer op de natuur, een goddelijk plan of een ideeënwereld die altijd en overal geldig was.

De Machiavellistische breuk met Isocrates leidde, ironisch genoeg, tot een nieuw Isocratisch verbond tussen politieke idealen en elitevorming. Communistische en fascistische, intersectionele en neoliberale managementboeken waren het resultaat. Zij vullen de boekenkasten van het gemeenschapshuis.

Het is wonderlijk dat Isocrates zo weinig bekend is bij onderwijsfilosofen, leiderschapsprofessionals en ook bij een breder geïnteresseerd publiek. Het is vooral Plato wat de klok slaat. Maar het tij keert gestadig. Isocrates wordt weer herontdekt als docent, denker en schrijver. En terecht! Zijn invloed was groot en is groot… nog steeds.


  1. Marrau, H.I. A History of Education in Antiquity. Vertaald door George Lamb. A Mentor Book. The New American Library, 1956.p. 119
    ↩︎
  2. Muir, James R. The Legacy of Isocrates and a Platonic Alternative: History, Political Philosophy, and the Value of Education. 1ste dr. Routledge, 2018. https://doi.org/10.4324/9781315184302. p.143
    ↩︎
  3. Isocrates. Isocrates. 1 / Isocrates ; Translated by David Mirhady & Yun Lee Too. Vertaald door David C. Mirhady en Yun Lee Too. 1. ed. The Oratory of Classical Greece 4. Austin: Univ. of Texas Press, 2000. p.2
    ↩︎
  4. Isocrates. Isocrates. 1 / Isocrates ; Translated by David Mirhady & Yun Lee Too. Vertaald door David C. Mirhady en Yun Lee Too. 1. ed. The Oratory of Classical Greece 4. Austin: Univ. of Texas Press, 2000. p.9
    ↩︎
  5. Isocrates. Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021.
    ↩︎
  6. Isocrates. Apologie van Isocrates. In: Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.260. Vers 29. ↩︎
  7. Isocrates. ‘Apologie van Isocrates’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 218-326. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.308
    ↩︎
  8. Isocrates. Apologie van Isocrates. In: Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.308 ↩︎
  9. Isocrates. ‘Apologie van Isocrates’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 218-326. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.309
    ↩︎
  10. Isocrates. Apologie van Isocrates. In: Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. 2021. p.315 ↩︎
  11. Isocrates. Apologie van Isocrates. In: Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.261. Vers 33. ↩︎
  12. Isocrates. ‘Retorica als filosofie’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 7-59. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.23 e.v. Zie over kairos ook: Schrijvers, Joep. Maak er wat van!: vindingrijk zijn in lastige situaties. Amsterdam: Lebowski, 2012. p.72
    ↩︎
  13. Isocrates. ‘Apologie van Isocrates’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 218-326. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p. 313
    ↩︎
  14. Isocrates. Apologie van Isocrates. In: Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.312
    ↩︎
  15. Isocrates. Apologie van Isocrates. In: Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.244 vers 32.
    ↩︎
  16. Muir, James R. The Legacy of Isocrates and a Platonic Alternative: History, Political Philosophy, and the Value of Education. 1ste dr. Routledge, 2018. https://doi.org/10.4324/9781315184302. p.36.
    ↩︎
  17. Isocrates. Isocrates. 1 / Isocrates ; Translated by David Mirhady & Yun Lee Too. 2000. p.160
    ↩︎
  18. Isocrates. ‘Pangegrycus’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 134-50. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.89
    ↩︎
  19. Isocrates. ‘Pangegrycus’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 134-50. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p. 88
    ↩︎
  20. Isocrates. ‘Apologie van Isocrates’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 218-326. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.290. vers 174.
    ↩︎
  21. Isocrates. ‘Panathenaicus’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 327-53. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.328
    ↩︎
  22. Marrau, H.I. A History of Education in Antiquity. Vertaald door George Lamb. A Mentor Book. The New American Library, 1956. p.126
    ↩︎
  23. Isocrates. Apologie van Isocrates. In: Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.262. vers 35 ↩︎
  24. Isocrates. Apologie van Isocrates. In: Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen. Vertaald door Jeroen A.E. Bons. 2021. p.313
    ↩︎
  25. Isocrates. ‘Tegen de sofisten’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 63-72. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.61
    ↩︎
  26. In een volgend blog ga ik dieper in op de leiderschapsopleiding bij Plato. ↩︎
  27. Zie de toelichting van Jeroen Bons in: Isocrates. ‘Panathenaicus’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 327-53. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.218 en
    ↩︎
  28. Isocrates. ‘De invloed van Isocrates’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 354-69. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.362
    ↩︎
  29. Isocrates. ‘De invloed van Isocrates’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 354-69. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p.364
    ↩︎
  30. Erasmus, Desiderius. The Education of a Christian Prince. Vertaald door Lisa Jardine en Neil M. Cheshire. 6th printing. Cambridge Texts in the History of Political Thought. Cambridge [u..a]: Cambridge Univ. Press, 2006. p. xviii – xix
    ↩︎
  31. Highet, Gilbert. The Classical Tradition: Greek and Roman Influences on Western Literature. New York: Oxford University Press, 2015. p.122 – 123
    ↩︎
  32. Muir, James R. The Legacy of Isocrates and a Platonic Alternative: History, Political Philosophy, and the Value of Education. 1ste dr. Routledge, 2018. https://doi.org/10.4324/9781315184302. p.24; Isocrates. ‘De invloed van Isocrates’. In Monument van mijn denken: brieven en redevoeringen, vertaald door Jeroen A.E. Bons, 354-69. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021. p. 368
    ↩︎
  33. Ik volg in deze paragraaf de analyse van Muir in: Muir, James R. The Legacy of Isocrates and a Platonic Alternative: History, Political Philosophy, and the Value of Education. 1ste dr. Routledge, 2018. https://doi.org/10.4324/9781315184302. p.140 e.v.
    ↩︎
  34. Machiavelli, Niccolò. De heerser. Vertaald door Frans van Dooren. 23e dr. Amsterdam: Atheneaeum – Polak & van Gennep, 2000. p.115.
    ↩︎