Call us now:
De nevel trekt weg als mijn doel opdoemt in de bossen. Het ligt anderhalf uur met de bus uit Aken, een bus eerst nog vol scholieren en senioren, maar die allengs leger en leger wordt tot ik de laatst overgeblevene ben. Ik reis naar het opleidingscentrum voor de Nazi-elite diep in de Eiffel: de Ordensburg Vogelsang.

Waarom? Om alles met eigen ogen te zien, om de intimiderende werking van de architectuur te voelen en om te zwemmen in het nazi-zwembad met mozaïeken van naakte mannen. Hier, op deze ‘campus’ werden jongemannen klaargestoomd voor een leidende rol in het nieuwe Duitsland, in het te veroveren Oosten. Hier moesten de fakkeldragers van het nationaalsocialisme vandaan komen.
Elitevorming
Wat was er aan de hand? De nazi’s hadden het probleem dat elk land, partij of organisatie heeft die groeit: de afwezigheid van leidinggevend kader. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam was er niks: geen kader, geen kaderopleidingen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in die jaren diverse initiatieven kwamen om in deze lacune te voorzien zoals deze Ordensburg hier in Vogelsang.
Zo waardeloos als een leger in alle organisatorische vormen is zonder officieren, zo waardeloos is een politieke organisatie zonder de gepaste leider.
Hitler stelde al eerder in de jaren twintig de kadervorming van zijn partij aan de orde. Wilde de NSDAP haar nationaalsocialistische utopie realiseren dan was een bestuurlijk apparaat meer dan hard nodig, vond hij. Zo schreef hij in zijn Mein Kampf: ‘Zo waardeloos als een leger in alle organisatorische vormen is zonder officieren, zo waardeloos is een politieke organisatie zonder de gepaste leider1’.
Hitler was er geen voorstander van om de ontwikkeling hiervan aan het toeval over te laten. Als het van vrijwilligers afhankelijk zou worden, zou een professionele, dekkende organisatie lang op zich laten wachten. ‘Het kan voorkomen dat je dan in grote gebieden niemand hebt, op andere plekken weer twee of zelfs drie ongeveer even bekwame mannen.2‘

De nazi’s keken gretig naar de Engelsen om bij hen de kunst af te kijken van hun systeem met de public schools3. Daar, in die Britse internaten, ver van de normale wereld, in hun eigen bubbel zouden we nu zeggen, kregen de aristocratische, uiterst welgestelde jongemannen hun leiderschapstraining met veel tucht en discipline, en met sport en spel. Kameraadschap, karaktervorming en krachtdadig optreden waren er de trefwoorden.
De nazi’s keken gretig naar de Engelsen om bij hen de kunst af te kijken van hun systeem met public schools.
Het gevoel krijgen tot een elite te behoren gepokt en gemazeld in conservatieve waarden, dat was het belangrijkste Britse onderwijsdoel. In dit systeem van elitevorming, maar niet in hun waarden, waren de nazi’s uiterst geïnteresseerd. Het ging de nationaalsocialisten niet om het doorgeven van traditionele en conservatieve waarden, maar om het creëren van een nieuwe nationaalsocialistische mens en deze te continueren, niet voor even maar voor eeuwen en eeuwen. En daar was leiderschap voor nodig4.
Ordensburgen
De belangrijkste man voor personeel en organisatie van de NSDAP, ‘hoofd P&O’ Dr. Robert Ley (1890-1945), ging voortvarend aan het werk om de kadervorming van de grond te tillen5. Letterlijk. Er moesten vier nieuwe opleidingscentra komen die vijfhonderd en later duizend deelnemers tegelijk konden herbergen: de zogenaamde Ordensburgen. Het werden er drie.

De term Ordensburg verwees naar de tradities van burchten en ridderordes die in de Middeleeuwen het Oosten moesten kerstenen. De nieuwe leiders zouden iets vergelijkbaars doen zodra de verovering van de ‘Lebensraum’ in Polen en Oekraïne een feit was. Zij zouden er gebiedscommissaris worden, de oorspronkelijke bewoners verdrijven of tot slaaf maken. Kortom, er een ‘modern’ Duits gebied van maken.
Een campus
Nu ik er rondloop doet Vogelsang me inderdaad het meest aan een campus denken: losse gebouwen, begaanbare paden en heel veel bomen en struiken. De gebouwen zijn tegen de kam van een berg gebouwd. Op het onderste terras liggen de sportvelden en het zwembad. Op de tussenlaag zijn studiezaaltjes en de verblijven, waar ik overnacht.
Op het hoogste terras vind ik de onderrichtszaal, de erehal voor de omgekomen ‘martelaren’ van het nationaalsocialisme, een cultplek die er nog steeds is. Er had nog een honderd meter hoog gebouw achter gemoeten: het huis van de kennis. Het metershoge fundament was al aangelegd, maar de oorlog strooide roet in het eten.

Junckers
De deelnemers van de leiderschapsopleidingen werden Junckers genoemd, de term van de Middeleeuwen waarmee jongemannen werden aangeduid die op weg waren ridder te worden. Zelfs de utopische mens kan niet helemaal zonder nostalgie. In Vogelsang is de symboliek duidelijk weergegeven op twee reliëfs van de beeldhouwer Willy Meller, die aan de twee torens bij de ingang hangen.


Op het linker zit op een paard een jongeman met een fakkel richting het oosten. Hij is de student, de Juncker, de nationaalsocialistische held, strijder, die straks naar de veroverde gebieden in het oosten moet6. De man op rechts is de volleerde ridder met zwaard, de leraar, die hem nog onder zijn hoede heeft en hem van alles kan leren7.
Architectuur als lesboek voor leiders
Zo zit het hele terrein vol symboliek. Het is één groot lesboek voor de jonge leiders in de dop. Neem bijvoorbeeld het materiaal waar de verblijven en zalen van gemaakt zijn. Leisteen, hout, alles vanuit de buurt. Want de verbondenheid van bloed en bodem moest wel tot uitdrukking worden gebracht.

Luxe
Hoewel de paviljoens er soldatesk uitzien, maken ze beslist geen Spartaanse indruk. Ze waren luxe en dat was ook de bedoeling. De Junckers moesten er als toekomstige elite in de watten gelegd worden.
De Junckers moesten er als toekomstige elite in de watten gelegd worden.
De slaapzaal met centrale verwarming, het overdekte, verwarmde zwembad, de atletiekhal, de bibliotheek en de Burgschänke, het café, zullen ongetwijfeld het gevoel versterkt hebben tot de uitverkorenen te behoren, fakkeldrager van het nationaalsocialisme te zijn.
De meesten waren van arme, boerenkomaf, vaak alleen met hun moeders opgegroeid, omdat hun vaders in de Eerste Wereldoorlog waren omgekomen. Heel ander volk dan de high society studenten van de Engelse public schools. Het moet voor die verwachtingsvolle twintigers van toen een ongekende ervaring zijn geweest. De meeste hebben het einde van de oorlog niet gehaald.

Van materie tot geest
Zo’n vierhonderd traptreden moet je nemen om op te stijgen van de laagste laag, dat van de sporthal, naar het hoogste niveau, dat van de bibliotheek. Van het lichamelijke naar het geestelijke, van het materiële naar het ideële. Dat die Jacobsladder geen sinecure is melden mijn longen. De neoplatoonse emanatie van het hoogste naar het laagste, en omgekeerd, de mystieke terugkeer naar het Ene, het verlangen naar de volmaakte mens, de fascistische, is doelbewust in de spatiëring van de gebouwen vastgelegd. Die metaforiek, die hiërarchie, die is steeds aanwezig op dit terrein, waar men ook gaat of staat.
Brandende toorts
Bij de hoge toren, toen goed zichtbaar vanaf de appèlplaats maar nu achter bomen en struiken verdwenen, staat een grote sokkel van ongeveer vijf meter met daarop een vuurkorf.
Ertegenaan is een reliëf geplaatst van een atletische fakkeldrager met een brandende toorts in de rechterhand en de andere hand tot vuist gebald. Hij kijkt schuin opzij. Een commentaarstem spreekt de toeschouwer toe middels een directe tekst naast hem.

Niet alles is trouwens meer zichtbaar, zie ik. Vijf platen, duidelijk van latere datum, hebben de plaats van enkele woorden ingenomen. De naam Adolf Hitler is niet meer zichtbaar, weggeschoten door Engelse soldaten toen zij Vogelsang innamen. Voluit staat er in vertaling:
Jullie zijn de
fakkeldragers
van de natie
Jullie dragen het
licht van de geest
Vooraan in de strijd
Voor Adolf Hitler
Het is me klip en klaar wie die fakkeldragers zijn.
(januari 2023, wordt vervolgd)
- Adolf Hitler, Mijn strijd, onder redactie van W. Melching, vertaald door Mario Molegraaf (Amsterdam: Prometheus, 2018), 442 ↩︎
- Adolf Hitler, 441. ↩︎
- Lisa Pine, Education in Nazi Germany, English ed (Oxford: Berg, 2010), 72. ↩︎
- NSDAP, Der Weg zur Ordensburg (Berlin: Verl. der Dt. Arbeitsfront, 1936), 1. ↩︎
- NSDAP, ‘Das Wachsen und Werden der nationalsozialistischen Ordensburgen’, in Der Weg zur Ordensburg (Berlin: Verl. der Dt. Arbeitsfront, 1936). ↩︎
- Klaus Ring, Stefan Wunsch, en Vogelsang IP gemeinnützige GmbH, red., Bestimmung: Herrenmensch: NS-Ordensburgen zwischen Faszination und Verbrechen, NS-Dokumentation Vogelsang (Dresden: Sandstein Verlag, 2016), 120. ↩︎
- Christina Threuter, ‘Nackte Helden’, in Fackelträger der Nation: Elitebildung in den NS-Ordensburgen: [Internationale Vogelsang-Tage 2009: Dokumentation] (Internationale Vogelsang-Tage, Köln: Böhlau, 2010), 100. ↩︎