Standvastigheid

Tegenslag en rampspoed, zoals oorlogen, epidemieën en economische recessies, vragen van mensen meer dan flexibiliteit en improvisatievermogen.  Zelfs de zegen van een goed uithoudingsvermogen is nog onvoldoende. Onheil vraagt bovenal een evenwichtig gemoed, dat koel en rationeel overweegt wat er gedaan en wat er gelaten moet worden. Ellende eist standvastigheid.

Wie zich door angsten, verdriet of boosheid laat leiden, krijgt er extra rampspoed bij. De getormenteerde ziel moet niet alleen de gevolgen van de tegenslag opvangen, maar ook nog eens de kwalijke turbulentie in zijn psyche dempen, die het gevolg is van al zijn nutteloze emoties. De sentimentele mens wordt nooit één keer, maar altijd twee keer gepakt.

Juiste en onwrikbare geestkracht

Toch staat de overweldigde mens niet met lege handen. Er zijn oude ‘medicijnen’ die de standvastigheid kunnen ondersteunen of zelfs doen terugkeren! Een van de wonderdokters was de Vlaamse geleerde Justus Lipsius (1547-1606), die in zijn tijd vol oorlogen, epidemieën en tirannie, een troostboek schreef met een titel die niets te raden overliet: Over standvastigheid bij algemene rampspoed. Zijn definitie van standvastigheid zegt alles: ‘Standvastigheid wil ik als volgt definiëren: een juiste en onwrikbare geestkracht, die zich door uiterlijke of toevallige omstandigheden niet tot overmoed of neerslachtigheid laat leiden.’[1] Want alleen als je het hoofd koel houdt, dat wil zeggen rationeel blijft, is een crisis te verdragen.

Hoe doe je dat, het hoofd koel houden?[2] Wel, hij biedt een aantal denkregels van stoïcijnse snit aan. Als je die maar toepast kom je een crisis wel standvastig door. 

Vergelijk je met wie het nog slechter gaat

Zo is het wijs een ramp altijd met een ergere te vergelijken. Niks montert een mens zo op als de gedachte aan iets dat nog erger is dan wat hij zelf meemaakt. Ook het opgeven van innerlijk verzet tegen niet uitgekomen verwachtingen biedt enig soelaas: het is wat het is. Net als de ervaring dat een crisis tot allemaal goede dingen leidt: meer saamhorigheid en meer creativiteit. Een ramp is nooit alleen maar kommer en kwel. En voor wie naar nog een extra shot peptalk taalt, is er de opkikker dat er na rampen altijd een verbetering van de samenleving komt. Het wordt altijd mooier, althans volgens die Vlaamse geleerde uit de 16e eeuw.

Is er dan niks op Lipsius af te dingen? Zeker wel. Zijn receptuur richt zich uitsluitend op berusting en deemoed, het ‘vrijwillig en zonder klagen verduren van alles wat een mens overkomt of overvalt.’[3] De stap naar de kant van de actie, waar verpleegkundigen en leerkrachten redden wat er te redden valt, waar ingenieurs en wetenschappers remedies ontwikkelen om het tij van algemene rampspoed te keren, die belangrijke stap maakt hij niet. Dat is het verschil tussen zijn en onze tijdgeest. Ook wij hebben standvastige mensen nodig. Maar niet om onwankelbaar te berusten in deemoed, maar om vastberaden de slag te winnen die nodig is, deze slag, en die, en die…


[1] Justus Lipsius, Over standvastigheid bij algemene rampspoed, vertaald door P.H Schrijvers (Baarn: Amboboeken, 1983), 44.

[2] Een fraaie toepassing van Lipsius is bijvoorbeeld te vinden bij: Herman Franke, ‘Over troost en standvastigheid bij algemene rampspoed’, de Volkskrant, 4 april 2003, https://www.volkskrant.nl/gs-b849541d.

[3] Lipsius, Over standvastigheid bij algemene rampspoed, 45.