De onrechtvaardige vorst

In de 7e eeuw, ergens tussen 630 en 6501, tobt een geestelijke in Ierland over de misstanden in de wereld. Het waren er twaalf. Wie hij was weten we niet, waar hij zijn klacht en vermaning precies schreef ook niet, waarschijnlijk in een klooster ergens in het zuidoosten van Ierland. Wel dat hij goed was ingewijd in Bijbelse teksten én Ierse wijsheidsliteratuur. De onbekende auteur kreeg als naam Pseudo-Cyprianus.

Zijn werk zou in latere eeuwen op het continent een hit worden, vooral het hoofdstuk over de onrechtvaardige vorst, dat nummer negen was in de lijst met misstanden, werd beroemd.

De twaalf misstanden in de wereld

Het werk De Duodecim abusivis saeculi vat de toestand van de wereld samen met een toegankelijk lijstje van wantoestanden. Ze zijn opgehangen aan twaalf typen liederlijke mensen, waarvan de onrechtvaardige vorst er maar één is. Het lijstje ziet er als volgt uit:

  1. de wijze zonder bezigheden
  2. de oudere zonder geloof
  3. de jongvolwassene zonder gehoorzaamheid
  4. de rijke zonder aalmoes
  5. de vrouw zonder schaamte
  6. de landheer/abt zonder deugd
  7. de twistzieke christen
  8. de arrogante pauper
  9. de onrechtvaardige vorst
  10. de plicht verzakende bisschop
  11. de menigte zonder discipline
  12. het volk zonder wet

Het is duidelijk. Iedereen in de samenleving – van hoog tot laag, van de enkeling tot het hele volk – krijgt een beurt en wordt gewaarschuwd: wangedrag heeft de ernstigste gevolgen. De misstanden lopen op in liederlijkheid. Is luie wijze al erg, helemaal bont maakt het het volk dat zich aan niet meer aan geboden en verboden houdt. De onrechtvaardige vorst komt op plek negen net nog voor de bisschop die zijn plichten verzaakt.

De negende misstand

De Latijnse tekst van de negende misstand is niet lang en kan gemakkelijk op twee A4. De geestelijke beperkt zich tot zo’n 405 woorden, beetje afhankelijk van in welke editie je telt. De leider hoeft geen langdradig politiek-traktaat door te worstelen om een goed leider te worden, als hij al kon en wilde lezen.

Toch bevat werk geen vrijblijvend advies maar is het een serieuze vermaning. De koning dient zich koninklijk te gedragen.  Dat wil zeggen: handen thuis, eerlijk zijn, boeven vangen, deze straffen en de weduwen en wezen mag hij niet vergeten. Zorgzaamheid heeft altijd tot het curriculum voor de leider behoort. Vriendjespolitiek en repressie van het volk zijn uit den boze. Bovenal moet hij natuurlijk God dienen en de Kerk verdedigen. Doet hij goed, dan acht hem grote beloningen, faalt hij echter en ontaardt hij, dan zijn de ergste rampspoeden te verwachten. Niet alleen straks maar zelf nu al, in dít leven.

De goede vorst is ook in staat om aan zichzelf leiding te geven en zichzelf te corrigeren als dat nodig is. Hij wordt niet voor niets rex genoemd, een woord dat verwant is aan recht (rectus) en rechte lijn. Zichzelf en zijn onderdanen op het recht pad houden, is een hoofdtaak van de koning. De notie van persoonlijk leiderschap is nauw verbonden met het leidinggeven aan anderen. Deze gemeenplaats circuleerde al in de Klassieke Oudheid net als het ide dat het corrigeren tot de ‘kerntaken’ van de leiders behoort

… hoe zal hij anderen kunnen corrigeren wanneer hij zijn eigen gedrag niet verbetert als dat onjuist is?

Wanneer de vorst dit allemaal niet doet, roept hij hel en verdoemenis over zich af, niet alleen voor zichzelf maar voor iedereen. Ja, zelfs de kosmos zelf lijdt eronder!.Er zal burgeroorlog ontstaan, oogsten gaan mislukken en geliefden sterven. En dat is nog maar het geringste. Uiteindelijk komen er rampen van kosmologische aard. Orkanen, aardbevingen, bosbranden, donder en bliksem: dat alles veroorzaakt de vorst als hij misbruik van zijn macht en zichzelf niet onder controle heeft. Zelfs zijn nageslacht zal niet gespaard blijven. Dat zal zijn koninkrijk niet erven.

De vorst heeft dus met zijn gedrag grote invloed op het volk én de natuur zowel ten goede als ten kwade. Dat laatste is niet echt een christelijke gedachtegang, dat een mens aardbevingen kan bewerkstelligen. God heeft zeggenschap over de kosmos niet de mensen. Hij kan met aardbevingen en andere plagen straffen maar ook alleen Hij. De geestelijke grijpt hier terug op heidense, Ierse teksten die hem bekend moeten zijn geweest waarin vorsten de natuur naar hun hand kunnen zetten.

Want evenveel zondaars die hij in dit leven onder zich had, zal hij boven zich hebben als kwelling in die toekomstige bestraffing.

Pseudo-Cyprianus vertrouwde zijn schildering van de ondergang niet helemaal. Wat nou, als de dreiging van de kosmologische chaos geen soelaas biedt en de vorst volhardt in zijn liederlijke gedrag? Dan rest nog meer één ultieme dreiging: de eeuwige kwellingen in het hiernamaals en die zijn niet mals. Alle zondaars die hij in het aardse leven onder zich had zal hij dan boven zich te dulden krijgen en die zullen hem voor eeuwig kwellen. En dat wil niemand.

Fragment

Hieronder volgt een fragment uit het negende hoofdstuk over de onrechtvaardige vorst. Het is de passage waarin de schrijver het profiel van de goede leider geeft. De tekst heb ik zelf in het Nederlands vertaald (met hulp van een Engelse vertaling).

De rechtvaardigheid van de koning houdt echt in dat hij
niemand ten onrechte met zijn politieke macht onderdrukt
zonder voorkeur voor een man en diens naaste oordeelt
de verdediger van vreemdelingen, wezen en weduwen is
diefstallen verhindert
vreemdgaan straft
onrechtvaardige mensen niet prijst
schaamteloze types en acteurs niet ondersteunt
niet-vrome mensen van land berooft
vadermoordenaars en meineedplegers niet laat leven
kerken verdedigt
armen onderhoudt met aalmoezen
eerlijke mensen aanstelt voor de zaken van het koninkrijk
oudere, wijze en nuchtere adviseurs heeft
geen aandacht geeft aan het bijgeloof van tovenaars, waarzeggers en heksen
woede kalmeert
het vaderland krachtig en juist verdedigt tegen de vijanden
boven alles op God vertrouwt
het niet hoog in de bol krijgt door voorspoed
alle tegenslag geduldig draagt
katholiek geloof heeft in God

Vertaling van de Latijnse tekst bezorgd door Siegfried Hellmann in 1909: Pseudo-Cyprianus de XII abusivis seaculi in Texte und Untersuchungen zur Geschichte altchristlichen Literatuur Leipzig 1910

  1. Breen, Aidan. ‘Towards a Critical Edition of De XII Abusivis : Introductory Essays with a Provisional Edition of the Text and Accompanied by an English Translation’. Thesis, Trinity College (Dublin, Ireland). Department of History, 1988. p.222 http://www.tara.tcd.ie/handle/2262/77107.
    ↩︎